Hoe werkt het (niet) met een beperking? Over zelf de vooroordelen uit de weg ruimen
Het verhaal van Benjamin Veldman
Het is bijna zo ver: op 14 juli is het precies vijf jaar geleden dat het VN-verdrag Handicap in Nederland in werking trad. Dit verdrag moet de positie van mensen met een beperking versterken. Oók op de arbeidsmarkt. Toch bestaan er vijf jaar na dato nog altijd vooroordelen over werknemers met een beperking, die een sta-in-de-weg kunnen zijn in de zoektocht naar een baan. De komende week gaan we hierover in gesprek met verschillende werknemers. Want wat voor vooroordelen leven er? En hoe ga je hier mee om?
(door Morena Lam)
We spraken hierover met de 26-jarige Benjamin Veldman, die sinds kort bij Energieq Sterk Sociaal werkt als recruiter. Hij vertelt over zijn zoektocht naar werk en waarom hij zich gedwongen voelde zijn hoop te vestigen op zogeheten ‘voorkeursvacatures’.
“Ik heb een sociaal maatschappelijke werkachtergrond. Ik heb verschillende banen gehad, tot ik begin januari vanwege corona mijn baan bij een re-integratiebureau verloor. Ik wilde graag snel weer aan het werk en kwam bij Incluvisie terecht, waar ik deel nam aan het project Werk vinden: Ruim zelf de vooroordelen uit de weg”, vertelt Veldman. Via de website van Incluvisie kwam ik de vacature bij Energieq Sterk Sociaal tegen. Dit was een vacature die expliciet voorrang geeft aan sollicitanten met een arbeidsbeperking, wat in het verlengde lag van wat ik deed. Als recruiter doe ik nu de werving en selectie van werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt.”
Mensen trekken te snel conclusies
Op zijn zeventiende werd Veldman slechtziend als gevolg van een beschadigd hoornvlies en een te hoge oogdruk, waar men vanwege dat beschadigde hoornvlies te laat achter kwam. Hij heeft kokervisus, wat inhoudt dat hij een heel smal gezichtsveld heeft van zo’n acht tot negen graden waar de meeste mensen 180 graden zien, en ziet zo’n tien procent binnen die koker. Hierdoor kan hij niet van papier lezen. Lezen van een scherm gaat net met aanpassingen, maar is vermoeiend. Daarom gebruikt hij speciale hulpsoftware. Op de vraag welke vooroordelen hij weleens door zijn beperking tijdens het solliciteren tegenkomt, antwoordt hij: “Mensen gaan vooral voor me invullen, bijvoorbeeld omdat ze er snel vanuit gaan dat ik trager werk of dat ze hun systemen niet kunnen aanpassen aan mijn hulpsoftware. Ook omdat ik met minder vingers geboren ben kan men snel conclusies trekken. Dit is natuurlijk snel zichtbaar en even schrikken, maar voor mij is het aantal vingers dat ik mis geen beperking. Ik heb hier al van jongs af aan mee leren omgaan en kan de meeste handelingen gewoon zonder problemen uitvoeren, zoals knippen en typen.” Dat mensen met een visuele beperking een heel stuk trager werken, is een vooroordeel dat hij regelmatig hoort. Hij vindt het geen probleem om het gesprek erover aan te gaan en op deze manier deze vooroordelen te weerleggen. “Als de werkgever maar open staat voor een gesprek, dat is het belangrijkste.”
Ook kunnen werkgevers weerstand voelen om mensen met een beperking aan te nemen, omdat het eerder slecht uitpakte, vertelt Veldman. “Dan hebben ze geen goede ervaringen met eerdere werknemers met een beperking en gaan ze er van uit dat zoiets weer zal gebeuren als ze iemand anders met een vergelijkbare beperking aannemen.”
“Ze moeten dan wel verplicht iemand met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans geven, maar dan willen ze eigenlijk wel iemand die een zo’n klein mogelijke beperking heeft.”
Veldman geeft aan dat hij zich fijner voelt bij het solliciteren op voorkeursvacatures, die bedoeld zijn om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan te trekken. Het is vaak lastig om er doorheen te komen bij reguliere vacatures waar honderden mensen op reageren, meent hij. “Bij deze voorkeursvacatures weten ze op voorhand al dat je een beperking hebt en dat er eventueel aanpassingen nodig zijn, en staan ze daarvoor open.” Bij een aantal bedrijven is het in zijn ervaring helaas wel zo dat ze mensen met een beperking in dienst willen nemen om te voldoen aan de quotumwet, maar dat ze daar zo min mogelijk moeite voor willen doen. “Ze moeten dan wel verplicht iemand met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans geven, maar dan willen ze eigenlijk wel iemand die een zo’n klein mogelijke beperking heeft, zodat ze niet te veel hoeven aan te passen.” Deze bedrijven zijn vaak ook geneigd alleen mensen uit het doelgroepregister* een baan aan te bieden en de vele mensen met een zelfde beperking die niet in dit register staan de deur te wijzen.
“Kijk vooral naar iemands kwaliteiten, focus je niet op een specifiek label, het zijn namelijk allemaal mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.”
Positieve gevolgen
Volgens Veldman kan het in het voordeel van bedrijven werken om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan te trekken, of ze nu wel of niet in het doelgroepregister staan. “Vanwege mijn visuele beperking ben ik gebaat bij structuur en kan ik nieuwe inzichten geven over bijvoorbeeld het logischer indelen van onze digitale werkruimte, waar mijn collega’s ook voordeel uit halen. En in het geval van mijn werk heb ik het voordeel dat ik me goed kan inleven in mijn doelgroep, omdat ik de doelgroep ben.” Ook zijn in zijn optiek mensen met een beperking zeer gemotiveerd om een baan te vinden en te behouden. “Omdat we dankzij onze beperking toch vaak 1-0 achter staan in de maatschappij, hebben we een soort bewijsdrang en zullen we de kantjes er niet snel vanaf lopen”, meent hij.
Tips voor werkzoekenden en werkgevers
De jonge professional heeft ook nog wat tips achter de hand voor organisaties die inclusief willen werven. “Wees flexibel, sta er voor open en luister goed naar de kandidaat tijdens een sollicitatiegesprek, want die weet het beste hoe ze hun beperking hun werk niet laten belemmeren.” Voor werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt heeft hij de volgende tips: “Probeer, vooral in het begin, breed te zoeken en je niet blind te staren op je eigen vakgebied. Misschien ga je dan solliciteren op een functie die niet helemaal bij je past, maar lekker werkervaring opdoen is in deze fase belangrijk. Je moet natuurlijk wel zorgen dat je iets gaat doen waar je het naar je zin hebt. Netwerken is ook heel belangrijk en er zijn ook heel veel re-integratiebureau’s en bemiddelaars voor mensen met een beperking waar je je kunt inschrijven**, want deze hebben vaak ook een groot netwerk.”
* Het doelgroepregister is een register waarin mensen staan die vallen onder de doelgroep van de banenafspraak. De banenafspraak is een afspraak tussen het kabinet en werkgevers om te zorgen voor extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Helaas vallen 900.000 arbeidsgehandicapten niet onder deze wet en vormt deze juist een obstakel bij het vinden van werk, zie deze link voor meer informatie.
** Klik hier voor een lijst met bureaus en instanties die je kunnen helpen bij het vinden van een baan.
Lees ook: Hoe werkt het niet met een beperking: Het VN-verdrag Handicap